Denkwerk
Denkwerk
De realiteit is grillig, de vooruitzichten lijken ons opnieuw thuis te houden. Ik heb er geen moeite mee, berust er in. Mijn manuscript is ingeleverd ter beoordeling en even was er daarna tijd voor ontspanning, zoals het lezen van veel boeken. Maar de stapel is geslonken en dan ontstaan als haast vanzelf nieuwe ideeën. Eerst sluimerend maar weldra niet meer te houden. Daarom breekt voor mij nu weer een heerlijke tijd van 'denkwerk' aan. Waarbij de tijd voorbij vliegt!
Aan het schrijven van een boek gaat altijd veel denkwerk vooraf. Hoe zet ik mijn verhaal op, langs welke lijnen, in welke verhouding geef ik aandacht aan de couleur locale. Ook de uitwerking van de karakters van mijn hoofdpersonen moeten zich nu kunnen vormen.
Omdat ik altijd over een ooit bestaande persoon schrijf, meestal een vrouw, zijn er spelregels waar ik mij aan heb te houden. De werkelijke belevenissen zijn voor mij de piketpaaltjes die ik uitzet om haar leven vorm en inhoud te geven. Gelukkig blijven er altijd lancunes, leegtes waar ook de archieven en de geschiedenis geen antwoord op hebben. Dat zijn de momenten dat ik op mijzelf wordt teruggeworpen, in het donkere nooit beschreven verleden zoek ik naar antwoorden. Mijn gedachten passen zich dan ook aan, aan het milieu waaruit ze voortkomt, het leven dat ze leidt en de gebruiken die in haar leven passen. Wanneer die zaken vervolgens feilloos sluiten maakt van mij een gelukkig mens.
Juist die losse eindjes, dat is het denkwerk. Dat is ook wat later in het verhaal zo boeit, waarbij een niet te onderschatte taak is weggelegd voor de taal. Er zijn honderd manieren om iets over te brengen, maar daarvan zijn er dan maar een paar die onder de schoonheid van de taal vallen. Daar gaat het om bij het schrijven… de schoonheid van de taal, voorafgaand gevormd door het zo noodzakelijke archief- en denkwerk.