De afgelopen periode was een vruchtbare tijd. Ik heb veel kunnen schrijven. Nu volgt een tijd van 'oogsten'. Om maar met heel nabij te beginnen, vorige week kreeg ik van mijn uitgever Monique Boltje de nieuwe omslag te zien, van de historische roman die ik de werktitel 'Het huis aan de Boschkant' had meegegeven. Na enige beraad en werkoverleg is de titel nu 'De dame van het Voorhout' geworden. Commercieel gezien een betere titel. Het kleine paleis van Raadspensionaris Simon van Slingelandt heette 'Het huis aan de Boschkant'. Het stond in Den Haag, waar nu het Ministerie van Financiën is gebouwd. Dit weet natuurlijk niemand meer, terwijl iedereen het Voorhout wel kent. Ik mag de schitterende omslag nog niet aan mijn lezers tonen. Deze moet, terecht, eerst in de Voorjaarsaanbieding van Zomer & Keuning worden gepubliceerd, daarna wordt deze vrijgegeven. Maar ik kan nu al verklappen, hij is schitterend. Ik ben er heel blij mee!
Volgend voorjaar verschijnt ook het tweede deel van De Badhoeve trilogie 'Sporen in het polderland'. Daarin volgen we opnieuw landeigenaar Jacob Amersfoordt en zijn echtgenote de componiste/pianiste Hermina Dijk die samen het landgoed De Badhoeve beheren. Hoewel Hermina de concertzalen niet kan loslaten, heeft zij de sociale zorg voor het personeel op zich genomen. Maar liefst vijftig gezinnen, die in de arbeidershuisjes op het landgoed wonen. Op een dag ontdekt zij dat Jacob in het geheim zijn vroegere huishoudster Anna en haar zoon Daniël ontmoet. Door het uitblijven van eigen kinderen ziet Jacob in Daan zijn opvolger op De Badhoeve. Maar welke rol is er voor Anna weggelegd en hoe kijkt de jonge Daniël naar zijn toekomst? Kan Hermina het pionierswerk en haar zorgen om de armenkolonie die ze regelmatig bezoekt nog wel aan? Dan breekt er brand uit in een van de armenhutten, er valt een slachtoffer. Daarna wordt er veel duidelijk.
Ook in het voorjaar verschijnt er voor het eerst een boek van mij bij uitgeverij Omniboek in een heel ander genre al speelt de geschiedenis hierbij zeker ook een rol. Het boek is getiteld 'De freule en de Führer'. Een pittig titel en dat is het boek dan ook wel. Een bijzondere geschiedenis van de Engelse freule Unity Valkery Mitford die Hitler uit bewondering stalkt om uiteindelijk dicht in zijn omgeving te komen. Dit lukt haar uiteindelijk! Haar beweegredenen zijn simpel de componist Wagner en zijn libretto Die Walküre spelen een belangrijke rol in haar leven, evenals een Noorse sage waarin de Valkery alle aandacht opeist. Omdat dit boek bij Omniboek verschijnt en zo geheel anders is, dan wat ik tot nu toe heb geschreven, verschijnt de uitgave onder mijn meisjesnaam Marja Coenradie.
In het najaar verschijnt het derde deel van De Badhoeve trilogie. In het jaar 1865 trekt de rampspoed over De Badhoeve. Malaria, veepest, tyfus en cholera, teisteren het platteland en zeker de vochtige, lagergelegen Haarlemmermeerpolder. Jacob en Hermina doen alles om de ziekten bij mens en dier te bestrijden. De manege wordt ingericht als noodhospitaal. Dag en nacht zijn beiden bezig om levens te redden. Kleding en beddengoed worden verbrand en secreten over de sloot worden afgebroken om besmetting te stoppen. Als burgemeester laat Jacob met speciale verordening tijdens de veepest hele kuddes slachten. Dat valt slecht bij de boeren. Zij grave stiekem geslacht vee op en verkopen besmet vlees aan slagers in Amsterdam. Hermina geeft liefdadigheidsconcerten en probeert de nabestaanden een hart onder de riem te steken. Het sterftecijfer in het hospitaal op De Badhoeve stijgt en de druk op hen wordt groter. Gaan ze het samen redden?
Bij uitgeverij Omniboek ligt ook nog een tweede manuscript klaar, waar ik momenteel nog weinig over kan zeggen omdat het bij de uitgeverij nog in 'de molen' zit en iedereen zich er op de redactie nog een mening over moet vormen. Best wel spannend, want ik heb er met veel overtuiging aan gewerkt. Ik denk dat ik ook weer een pittig stukje geschiedenis heb aangeboord en belicht, maar daarover later meer. Ik krijg weleens de vraag hoeveel boeken schrijf jij per jaar? Het antwoord is twee per jaar, soms ook één, maar al voor ik mij meldde bij uitgeverij Z&K lagen er al wat manuscripten klaar. Dat is heerlijk, want op die manier schrijf je altijd vooruit en zit er nooit druk op de ketel. Op die manier kan ik aan elk boek dat ik schrijf telkens weer opnieuw alle aandacht besteden aan de voorbereidingen en het historische onderzoek.
Dat de 'oogst' nu wat groter is dan andere jaren komt simpel omdat ik nu voor beide uitgeverijen werk. Ik ben beide uitgeverijen bijzonder dankbaar voor het vertrouwen en mij de gelegenheid bieden om mij verder te ontwikkelen. Dat geeft mij ook een behoorlijke verantwoording naar hen toe: doe je best en leg de lat zo hoog mogelijk! Daar ligt tegelijkertijd ook direct mijn uitdaging.